Wie is wie

Monday, April 2, 2007

Tocht naar Monument Valley





Vrijdagmiddag, het weer zag er druiliger uit. De vorige dag zei een rasechte Amerikaanse nog :’this does not feel like Arizona.’ Met hoop op beterschap vertrokken we richting Sedona. De eerste regenbui liet niet lang op zich wachten. Maar de rotsen waren mooi, dieprood. Frederik en ik hadden ze een paar weken geleden nog lichtrood, roos gezien. We wilden een wandeling maken in Oak Creek Canyon maar gezien de weersomstandigheden gingen we eerst in Sedona een koffie drinken (eveneens eetgelegenheid voor Hanne) en toen gingen we met de auto wandelen. We kozen ervoor de Schnebly Road op te rijden. Volgens de reisgids moest je daar een goede 4x4 chauffeur voor zijn en Frederik zag het al helemaal zitten. Zijn ogen blonken en hij zette de Jeep in low 4x4 en daar gingen we, holderdebolder over een diep rood gekleurd pad. Hanne vond het leuk om op haar beentjes te staan de hoofdsteun van haar papa vast te houden en lekker mee te schommelen. Hoe verder we kwamen hoe meer we in het landschap van de Red Rocks terecht kwamen en het zicht was prachtig. Tot onze verwondering reden er ook gewone wagens rond op dit pad.
Na Sedona ging de tocht verder richting Flagstaff. Dit zou een van de mooiste scenic drives van Arizona zijn. En de reisgids had er niet om gelogen. Het zicht en het uitzicht op de canyon van Oak Creek is gewoonweg prachtig. Hier komen we beslist nog eens terug camperen.
Flagstaff ligt op een hoogte rond de 2000m, de temperatuur zagen we langzaam dalen en toen we uitstapten bleek het nog amper 9 graden te zijn. Brr was dat een contrast met Phoenix.
Ik had het historische Monte Vista Hotel geboekt om de sfeer van weleer op te snuiven en het was er inderdaad authentiek. De kamers hadden elk een eigen sfeer en vernoemden de bekende hotelgasten. Wij hadden de Anthony Hopkins kamer, Vake en Moeke de Bob Hope kamer. We installeerden ons snel en gingen op stap voor het avondeten. Hanne had goed geslapen in de auto en kon er dus nog even tegen. Vake en Moeke kozen de Cottage Place Restaurant. Het lag wel zo ongeveer aan de andere kant van het stadje, we hadden dus de tijd om de Winterse sfeer ervan op te snuiven. Het restaurant was een pareltje op amerikaanse bodem. Zo verfijnd hebben we hier nog nooit gegeten. Naast ons voorgerecht en hoofdschotel kregen we ineens nog een slaatje en soepje tussendoor. Hanne gedroeg zich gelukkig voorbeeldig.
Na dit culinair hoogstandje gingen we terug naar ons hotel. Puuut puuuut tuf tuf, reed daar een trein voorbij ?? Eerst dachten we dat het folklore was, aangezien Flagstaff ontstaan is aan de eerste treinverbinding naar het binnenland. Maar toen het getuf om het half uur herhaald werd, bleek dat die spoorweg nog steeds in gebruik is. En waarom, waarom, die trienen zo moeten toeteren, het bleef ons een raadsel. Voor ons werd het een vermoeiende nacht. Hanne had er gelukkig geen last van.
De volgende morgen, nog half versuft, trok Frederik de doos met poedermelk voor Hanne open en werd onze kamer ineens omgetoverd tot een sneeuwlandschap... De poeder zat tot in zijn neus. De huishoudster zal wel denken dat wij twee zware junckies waren.

Na een Amerikaanse croissant en koffie reden we naar het Noorden, richting Sunset Crater. Het vulkanisch landschap dat de San francisco peaks gevormd heeft, lijkt er nog zeer recent. Door de droogte groeit er weinig op de lavastromen waardoor die nog steeds intact zijn. 1000 jaar geleden barstte de laatste vulkaan uit en het lijkt wel gisteren.Het landschap is er dor en grijs, hier en daar een moedig boompje. Na deze uitstap gingen we verder naar Wupatki National Monument. De bevolking die ooit in de buurt van de Crater hadden gewoond, zouden hierheen verhuisd zijn. Alhoewel ... zo zeker is men niet over de geschiedenis van deze streken. Als het over de Indianen gaat, staat er altijd een groot vraagteken achter de feiten.

Na een hamburger in Cameron Trading Post (in het gezelschap van een eenzame hond) gingen we verder naar Tuba City en uiteindelijk tot in Kayenta. Onderweg zijn we nog even gestopt aan de Dinausor Tracks. Daar kwamen we tot de vaststelling dat de Indianen hun lippen niet gebruiken om te spreken. Amai, was dat moeilijk om te volgen. Ondertussen waren we ook het Navajo Indianenreservaat binnen gereden en tot spijt van de heren in ons gezelschap zijn er hier geen alcoholische dranken te krijgen.
Die avond in Kayenta brak er een waar onweer los. Het regende pijpestelen.

Om op zeker te spelen besluiten we de volgende morgen direct naar Monument Valley te rijden (het hoogtepunt van deze reis). De zon scheen en het was indrukwekkend, fantastisch, onwezenlijk, .... Midden in een woestijnlanschap staan hier een paar indrukwekkende blokken, gewoonmaar te staan. Als je dan bedenkt dat die er gekomen zijn door aardverschuivingen dan voel je je toch maar een heel klein mensje.
Eerst zijn we met de Jeep gaan rondrijden tussen die blokken. En daar stonden ze allemaal zoals in de boekjes : De buttes, de Three Sisters, de Chair, de Totem, ... Ongelooflijk indrukwekkend. Na 17 mijl door het mulle zand hebben we onze vierwieler aan de kant gezet en zijn we ook eens zelf in het stof gaan bijten. Een tochtje van 3,2 mijl rond de eerste butte. Hanne heeft een halve wandeling in de rugzak geslapen maar daarna wou ze er niet meer in. Resultaat : mama had de volgende dag een stijve arm van haar te dragen. De woestijn en de grootsheid van het landschap aan den lijve ondervinden, het verandert je waarneming toch weer.

Na deze wandeling trokken we ons even terug in Gouldings Lodge, een prachtig hotel met een nog veel mooier uitzicht. Toch reden we ’s avonds nog even terug naar het park voor de zonsondergang.
Van de zonsopgang konden we genieten vanuit ons bed. Schitterend !

Na het ontbijt trokken we naar het derde natuurwonder in arizona : de canyon de chelly, een diepe canyon met een groene vallei beneneden. Je kan er met de Jeep doorrijden, als je enige ervaring hebt en nog plek hebt voor een Navajo Indiaan. Dat laatste hadden we niet dus bleven we boven op de rim en genoten van het prachtig uitzicht. De rivier die dit gevormd heeft moet ooit toch veel en veel groter geweest zijn.
Halverwege de rim zijn we toch even afgedaald in de Canyon om de ruines van het White House te zien. Het pad en de omgeving waren prachtig.

En toen, en toen, ... waren de hoogtepunten voorbij. We stopten nog op de eerste Mesa van het Hopi Indianenreservaat maar jammergenoeg was er te veel wind om het stadje Walpki te bezoeken. (Die indianen gaan het ook hoog zoeken, volgens mij waait het daar vaak) Na een korte stop in het Museum en een Indiaanse Hap in het Cultureel Centrum reden we terug naar Phoenix. We stopten nog even aan de Walnut Canyon om de benen te strekken en daalden toen terug af naar het warme Phoenix.